Hoe Trump de Amerikaanse merken schaadt

2w geleden Laurent Zilli

“MAGA!”, riep hij. De invoertarieven zouden de Amerikaanse bedrijven ten goede komen, beweerde hij. Maar tussen hoge taksen op import uit Canada en Mexico, en een mild akkoord met Japan, blijkt de realiteit anders.

Trump rechtvaardigde zijn importheffingen met een zogezegd handelstekort tegenover de rest van de wereld. In het geval van Mexico dienen die tarieven ook als drukmiddel om harder op te treden tegen de drugshandel. Concreet leggen de VS nu invoerrechten van respectievelijk 35 en 30 % op voor producten uit Canada en Mexico. Probleem: de Amerikaanse “Big 3” (GM, Ford en Chrysler) hebben grote fabrieken in die landen, waar populaire modellen voor de Amerikaanse markt worden gebouwd. En dus wringt het daar.

Akkoord met Japan

Daarbovenop zijn er ook nog de invoertaksen op onderdelen uit China, essentieel voor de productie van elektrische wagens. General Motors maakte onlangs bekend dat de invoerheffingen van Trump in het tweede kwartaal van 2025 alleen al één miljard dollar gekost hebben. De totale kost voor het jaar zou kunnen oplopen tot 5 miljard.

En alsof dat nog niet genoeg was, kreeg de Amerikaanse industrie nog een domper te verwerken. De VS sloten een akkoord met Japan waarbij de invoertarieven (ook voor auto’s) beperkt blijven tot maximaal 15 %. Dat betekent dat Japanse auto’s, gebouwd in Japan, minder zwaar belast worden dan Amerikaanse wagens die net over de grens worden geproduceerd. Toch presenteert het Witte Huis dat akkoord als een “grote overwinning voor de Amerikaanse auto-industrie”. Zeker, het idee is dat Japan ook minder taksen zou heffen op Amerikaanse importwagens. Maar als het land van de Kei cars fan was van dikke pick-ups, dan zouden we dat toch al gemerkt hebben…

Tags: Insoliet

Het laatste autonieuws

Vidéo


Gelieve marketing cookies te aanvaarden om video's te bekijken

Open voorkeuren