Hoe Canada de invoerrechten van Trump omzeilt
Wat mobiliteit betreft zijn Canada en de VS haast tweelingbroers. Het autolandschap is aan beide kanten van de grens identiek: grote SUV’s en pick-ups van de “Big Three”, of modellen van Europese en Aziatische merken, geproduceerd op het Amerikaanse continent. Logisch dus dat Canada de grootste importeur van “Made in USA”-wagens was. Maar dat was vroeger. Vóór Trump besloot de industrie van zijn land te beschermen door invoerheffingen te leggen op alles wat van buiten komt. Heffingen die vaker voortkwamen uit rivaliteit dan uit gezond verstand, want de zwaarst getroffen landen zijn net de directe partners: Canada en Mexico.
Via de Verenigde Staten
Mexico… Daar staan, net als in Canada, tal van autofabrieken, onder meer van Amerikaanse merken. Canada koopt dus nu zijn wagens in Mexico, om zoveel mogelijk de handel met zijn buurland (belichaamd door de onuitstaanbare president) te vermijden. Voor het eerst in 30 jaar importeerde het land in juni meer “Mexicaanse” wagens (1,08 miljard Canadese dollar) dan wagens uit de VS (950 miljoen Canadese dollar). De situatie kan natuurlijk tijdelijk zijn, maar ze toont alvast aan dat Donald niet noodzakelijk de grote onderhandelaar is die hij beweert te zijn.