Een zero-emissiezone rond… een mega-luchthaven
We dachten dat we alles hadden gezien toen de eerste lage-emissiezone van België in Antwerpen werd ingevoerd, maar we hadden buiten de Nederlandse voorliefde voor greenwashing gerekend. Want vanaf 1 januari 2026 krijgt Schiphol, de luchthaven van Amsterdam en de 4de drukste van Europa, zijn eigen “zero-emissiezone”. Zulke beslissingen zijn normaal voorbehouden voor steden, maar door zichzelf een “logistieke stad” te noemen, heeft de luchthaven dat probleem handig omzeild. Waar gaat die zone dan over? Weg met de kerosinevliegtuigen? Natuurlijk niet. Het gaat uitsluitend om het verkeer rond de luchthaven, vooral leveringsvoertuigen. Men zou denken dat de luchthaven zelf het goede voorbeeld geeft, maar ook dat is te veel gevraagd: shuttles, liften, pushbacks, bagagewagentjes en al dat andere vrolijk ronkende dieselmateriaal worden slechts “geleidelijk” vervangen.
Wat levert dat op?
Greenpeace schat dat Schiphol jaarlijks meer dan 10 megaton CO₂ uitstoot. De Emissieautoriteit is optimistischer en houdt het op 2,6 megaton. Hoe dan ook: Schiphol kondigt trots een mogelijke besparing van 2 kiloton CO₂ per jaar aan. Dat is een reductie van 0,77 % in het beste scenario, en amper 0,19 % als we de onafhankelijke cijfers volgen. Met andere woorden… niets. Kortom: in 2030 zal de geur van kerosine nog altijd over Schiphol hangen. Maar we zullen dan wel met een gerust hart weten dat de driehoeksandwiches in terminal C met een elektrische bestelwagen werden geleverd. Zwarte humor kenden we al, Schiphol heeft nu de groene versie uitgevonden.