EU versoepelt regels voor thermische motoren in 2035
Wat sinds 2022 vast leek te staan, is dat niet meer. De verbrandingsmotor is niet langer officieel ‘veroordeeld’, maar staat onder strikte controle. De Europese Commissie vervangt het doel van nul-emissie door een reductie van 90% CO₂-uitstoot voor nieuwe wagens. Let wel op: de resterende 10% moet zeer concreet gecompenseerd worden. Brussel verplicht het gebruik van industriële materialen met lage koolstofvoetafdruk, zoals Europees geproduceerd staal volgens koolstofarme processen, of de aankoop van credits voor hernieuwbare brandstoffen, e-fuels of biobrandstoffen in thermische motoren.
Hybrides en e-fuels: overleving onder voorwaarden
Deze nieuwe marge geeft lucht aan veel motoren. Plug-in hybrides, elektrische wagens met range extender, mild-hybrides en zelfs klassieke thermische motoren aangepast voor alternatieve brandstoffen blijven op papier toegestaan. Hun toekomst hangt echter af van de capaciteit van constructeurs om deze complexe en dure compensatiemechanismen te beheersen. Tegelijkertijd investeert Europa ook geld: miljarden aan rentevrije leningen ondersteunen de Europese batterijproductie, terwijl kleine elektrische wagens die in Europa worden gemaakt, gunstig worden meegenomen in de CO₂-berekeningen.
Deze koerswijziging betekent geen terugkeer naar thermische nostalgie of opgave van elektrisch rijden. Elektrisch blijft het einddoel, maar Brussel accepteert nu een bochtiger traject. De politieke strijd is nog lang niet voorbij en het voorstel moet nog langs de lidstaten en het Parlement. In 2035 zal de verbrandingsmotor marginaal zijn, maar hij heeft zijn laatste woord nog niet gezegd.