Nieuwe fiscale regels betekenen niet het einde van alle voordelen voor benzine- en dieselauto's
Vanaf 2026 kent de fiscus minder genade voor auto’s die nog CO2 uitstoten. Toch betekent dit niet dat de brandstofwagen definitief uit het plaatje verdwijnt.
Vanaf 1 januari 2026 komen alleen nog elektrische auto's in aanmerking voor belastingaftrek, tot een maximum van 100%. Een bedrag dat nadien elk jaar geleidelijk zal worden verlaagd tot een plafond van 67,5% in 2031. Dit is een manier om "de fiscale aftrekbaarheid van auto's met nulemissie geleidelijk terug te brengen tot het huidige niveau voor auto's die rijden op fossiele brandstoffen", legde minister Van Peteghem uit bij de voorstelling van deze nieuwe maatregelen.
Het voordeel telt alleen voor auto's zonder lokale uitstoot, d.w.z. elektrische auto's met accu of waterstof (brandstofcel). Ook oplaadbare hybrides vallen dus uit de boot.
Geen benzine en diesel meer?
Benzine- en dieselauto's - en hun hybride varianten - zullen echter niet van vandaag op morgen uit het wagenpark verdwijnen. In een poging een "stabiel en duidelijk" kader te trekken, heeft de regering ook de degressieve voordelen voor verbrandingsmotoren gespreid. De huidige registraties tot 30 juni 2023 blijven in aanmerking komen voor de huidige schaal, d.w.z. een aftrekbaarheid van 40 tot 100%, afhankelijk van de CO2-uitstoot.
Tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 zal een overgangsregeling gelden: 75% aftrekbaarheid in 2025, 50% in 2027, 25% in 2028 alvorens vanaf 2029 tot nul te dalen. Pas vanaf deze datum en het einde van de leasingcontracten zou de overschakeling op elektrische auto's volledig moeten zijn.
Bedrijfsvoertuigen gespaard
In tegenstelling tot wat enkele dagen geleden werd voorspeld, blijven bedrijfsvoertuigen vooralsnog van deze hervorming gespaard. De regering behoudt zich uiteraard het recht om dit in de toekomst te wijzigen. "Een jaarlijkse rendez-vousclausule is voorzien om de hervorming indien nodig aan de evolutie van de markt aan te passen", preciseerde de minister, alvorens eraan toe te voegen dat het ondertussen noodzakelijk is om België te voorzien van een efficiënt netwerk van oplaadstations en om een betrouwbare elektriciteitsbevoorrading te garanderen.
