Toen een supercar-ontwerper een rivaal voor de Mazda MX-5 bedacht…
Liefhebbers van autosport, en vooral van F1, kennen zijn naam: Gordon Murray. Deze legendarische Zuid-Afrikaanse ingenieur kan bogen op een indrukwekkend cv vol iconische modellen. Toen hij voor het Brabham-team werkte, was hij degene die de F1 met grondeffect uitvond, met een enorme ventilator achter de piloot die de wagen tegen het asfalt zoog. Later ontwierp hij de McLarens die de categorie domineerden in het tijdperk van Senna en Prost. En bij McLaren creëerde hij ook wat velen beschouwen als de eerste hypercar uit de geschiedenis: de legendarische F1 uit 1992. De laatste jaren is zijn naam opnieuw opgedoken: hij richtte zijn eigen merk op, Gordon Murray Automotive, waarvan de eerste twee modellen ware meesterwerken van pure mechanica zijn — met prijskaartjes van enkele miljoenen euro’s.
In de kiem gesmoord
En daartussen? Murray had zijn eigen design- en ingenieursbureau opgericht, dat zijn diensten aanbood aan wie dat wilde. Zo werkte hij in de jaren 90 samen met Yamaha. “We hadden een technologie ontwikkeld om koolstofstructuren in grote series en tegen lage kosten te produceren,” vertelde Murray in een interview met Carbuzz. Die techniek wekte de interesse van Yamaha, bekend om zijn motorfietsen (en muziekinstrumenten), maar ook een gerenommeerde motorenbouwer die destijds experimenteerde met auto’s. Murray had eerst een minicitadine ontwikkeld die de eerste Smart concurrentie had kunnen aandoen, en Yamaha was zo tevreden dat het hem vroeg een kleine sportwagen te ontwerpen. Zo ontstond het Sports Ride-concept, voorgesteld op de Tokio Motor Show van 2015. Het ontwerp was geslaagd, de wagen woog slechts 800 kilo, en er waren al twee versies voorzien: de T.40 met een 1.0-liter Ford EcoBoost-motor, en de T.43 met een 1.5-turbo van 225 pk, eveneens van Ford. Zelfs de prijs was al min of meer bepaald: minder dan €30.000 voor de basisversie en €36.000 voor de 225 pk-variant. Waarom kwam hij er dan nooit? Rond die tijd kreeg Yamaha een nieuwe CEO. Toen die de projecten ontdekte, zou hij gezegd hebben: “Wat is dat voor onzin op vier wielen? Yamaha, dat zijn motoren, punt uit.” Einde verhaal…