Citroën ELO, de nieuwe Picasso?
SUV’s domineren dan wel de markt, maar ze evenaren nooit wat een goede monovolume sterk maakt: ruimte, modulariteit en een slim gebruik van elk hoekje. Citroën, dat zijn reputatie bouwde op eigenzinnigheid, komt met een concept waarvoor we bijna een woord willen bedenken: “heruitvindingszin”, de kunst om goede ideeën uit het verleden op te pikken zonder in nostalgie te vervallen.
De ELO kiest voor een ongewoon interieur: een centrale bestuurdersstoel, twee uitneembare stoelen erachter en een achterbank voor drie. De voorstoel draait om tot een gezellig hoekje tijdens een pauze, terwijl de achterste zone kan worden omgevormd tot slaapruimte dankzij twee opblaasbare matrassen uit de koffer. Voor de bestuurder geen klassiek dashboard, maar een smal paneel onder de voorruit, joystickachtige bediening en slimme opbergplekken.
Ideeënlaboratorium
Meer dan een stijloefening zou de ELO volgens geruchten een compacte productievariant kunnen inspireren voor 2028, tussen C3 en C3 Aircross. Voor designchef Pierre Leclercq is de ELO “een energiestoot”, een manier om te tonen wat Citroën opnieuw kan worden: inventief, toegankelijk, een tikkeltje brutaal. Een merk dat niet blind de massa volgt. In een door SUV’s oververzadigde wereld voelt het bijna rebels om de geest van de monovolume weer op te rakelen. Hopelijk plant Citroën hier een zaadje dat opnieuw kan ontkiemen.
