Daihatsu K-Open: de terugkeer van de Japanse fun car
In een tijdperk van uniforme SUV’s en te stille elektrische auto’s brengt deze ongeremde Kei-car eindelijk weer wat vrolijkheid. Achterwielaandrijving, retrodesign en vooral een handgeschakelde versnellingsbak: een simpele maar doeltreffende formule die we hard hadden gemist. Achter haar speelgoedachtige uiterlijk blijft de K-Open trouw aan de traditie van Japanse micro-roadsters, in de geest van de originele Copen. Met een lengte van 3,40 meter kiest ze voor een voorin geplaatste motor en achterwielaandrijving – een verrassende keuze voor zo’n compacte wagen. Het design, dat nostalgische rondingen met moderne accenten combineert, verwijst naar een tijd waarin rijplezier belangrijker was dan overdreven agressieve vormen. Het interieur is minimalistisch: geen gigantisch scherm of nutteloze gadgets, alleen een goed geplaatste versnellingspook en een lage zitpositie.
Een gecontroleerde wind van nostalgie
De K-Open pretendeert niets te revolutioneren. Het is een knipoog, een herinterpretatie van een tijd waarin rijplezier eenvoudig en betaalbaar kon zijn – iets waarvoor de legendarische Daihatsu Copen ooit symbool stond. Daihatsu belooft geen duizelingwekkende prestaties, maar wel een eerlijke, ongefilterde rijervaring. Of dit concept buiten Japan zal aanslaan of enkel een salonspeeltje blijft voor nostalgici, valt nog te zien. In elk geval durft de K-Open ons eraan te herinneren dat autorijden ons nog steeds kan doen glimlachen.